van gegevens
Diagramtype
Symbool
Kolom
2D en 3D
Gestapelde kolom
2D en 3D
Staaf
2D en 3D
Gestapelde staaf
2D en 3D
Lijn
2D en 3D
Vlak
2D en 3D
Gestapeld vlak
2D en 3D
Cirkel
2D en 3D
Spreiding
2D
Gemengd
2D
2-as
2D
Voorbeeld
U wilt een diagram aanmaken waarin de veranderingen in de vogelpopulatie in
twee berggebieden tussen 2007 en 2010 worden getoond. Deze gegevens zijn
opgenomen in een tabel met rijen voor Regio 1 en Regio 2. De onderzoeker heeft in
beide gebieden van 2007 tot 2010 elk jaar het aantal vogels geteld. Er zijn dus vier
gegevenspunten (waarden) voor elk gebied.
148
Hoofdstuk 9
Diagrammen aanmaken op basis van gegevens
Hoofdstuk 9
Diagrammen aanmaken op basis van gegevens
149
Als u deze gegevens weergeeft in een kolomdiagram, ziet dat er als volgt uit:
In de diagramlegenda worden de
vier gegevensreeksen vermeld.
Elke gegevensset wordt aangeduid met
vier staven, voor elke gegevensreeks één.
Deze twee staven
(van dezelfde kleur) geven
één gegevensreeks weer.
Elke staaf geeft één
gegevenspunt weer.
In dit diagram worden Gebied 1 en Gebied 2 de gegevensreeksen genoemd, omdat de
gegevenspunten (de aantallen vogels) in elk gebied worden aangeduid met een reeks
kolommen met dezelfde kleur (één voor elk jaar). Elke kolom voor Regio 1 staat naast
de bijbehorende kolom voor Regio 2, en elke groep kolommen wordt een gegevensset
of categorie genoemd (2007 is een categorie, 2008 is een categorie, enzovoort).
Als u de gegevens op een andere manier wilt benaderen, kunt u ze transponeren
en de gegevenspunten niet per jaar, maar per gebied groeperen. In dit voorbeeld
worden de gegevenspunten voor elk jaar weergegeven als een reeks kolommen
(gegevensreeksen). Elke reeks bestaat uit slechts twee gegevenspunten. De groepen
kolommen voor elk gebied zijn de categorieën. Dit kolomdiagram bevat twee sets van
vier kolommen (gegevenspunten), één categorie voor Gebied 1 en één categorie (of
gegevensset) voor Gebied 2.
In de diagramlegenda worden de
twee gegevensreeksen vermeld.
Elke gegevensset wordt aangeduid met
twee staven, voor elke gegevensreeks één.
Deze vier staven (van
dezelfde kleur) geven één
gegevensreeks weer.
Elke staaf geeft één
gegevenspunt weer.
Gegevensreeksen worden in de verschillende diagramtypen verschillend
weergegeven:
In een
Â
kolomdiagram en een staafdiagram wordt een gegevensreeks aangeduid met
een aantal staven die dezelfde vulling (kleur of textuur) hebben.
In een
Â
lijndiagram wordt een gegevensreeks aangeduid met een enkele lijn.
In een
Â
vlakdiagram wordt een gegevensreeks aangeduid met één vlak.
In een
Â
cirkeldiagram wordt slechts één gegevensset, namelijk het eerste
gegevenspunt van elke reeks, in het diagram weergegeven (het gegevenspunt dat
als eerste wordt vermeld in de diagramgegevenseditor).
In een
Â
spreidingsdiagram wordt elk punt in de grafiek door een x- en y-waarde
bepaald. Twee kolommen met waarden worden als x- en y-coördinaten uitgezet in
een diagram dat de gegevenspunten in één gegevensreeks weergeeft.