Een presentatie op een extern beeldscherm of een groot scherm
bekijken
Er zijn twee manieren waarop u een tweede scherm kunt gebruiken bij het
presenteren van uw diavoorstelling:
Met
Â
synchrone weergave wordt de diavoorstelling tegelijkertijd op beide schermen
weergegeven.
Met de
Â
modus voor twee beeldschermen kunt u uw diavoorstelling en informatie voor
de presentator (zoals uw aantekeningen bij dia's, een voorbeeld van de volgende
dia of een klok) weergeven op het ene scherm, terwijl het publiek de diavoorstelling
op een ander scherm bekijkt.
Bepaalde notebookcomputers bieden standaard ondersteuning voor de modus voor
synchrone weergave. Is dit bij uw computer niet het geval, dan kunt u dit instellen. Er
zijn ook notebookcomputers die de synchrone weergave helemaal niet ondersteunen.
Een presentatie afspelen met instelling voor twee beeldschermen
1
Sluit het tweede beeldscherm of de projector aan volgens de instructies die bij het
beeldscherm of de projector en de computer zijn geleverd.
Zie “Tips voor het werken met een extern beeldscherm” op pagina 224 voor
aanbevelingen voor de instellingen.
2
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Beeldschermen'.
3
Klik op 'Orden' en volg de instructies op het scherm.
Als de knop 'Orden' niet beschikbaar is, heeft de computer geen tweede beeldscherm
gedetecteerd.
4
Zorg ervoor dat het aankruisvak 'Schakel synchrone weergave in' niet is ingeschakeld.
222
Hoofdstuk 11
Diavoorstellingen bekijken, afdrukken en exporteren
Hoofdstuk 11
Diavoorstellingen bekijken, afdrukken en exporteren
223
5
Kies Keynote > 'Voorkeuren' en klik vervolgens op 'Diavoorstelling'.
Hier stelt u in op welk
beeldscherm u de dia's
tijdens de diavoorstelling
wilt tonen.
6
Selecteer 'Presenteer op primair beeldscherm' of 'Presenteer op secundair
beeldscherm'.
Het primaire beeldscherm is het scherm waarin de menubalk wordt weergegeven.
Als u 'Presenteer op secundair beeldscherm' kiest, kunt u instellen wat de presentator
op het primaire beeldscherm ziet. Zie “De weergave voor Beeldscherm presentator
aanpassen” op pagina 226.
7
Klik op de knop 'Speel af' in de knoppenbalk.
8
Klik met de muis of druk op de spatiebalk om door de presentatie te navigeren.
Zie “Het afspelen van de presentatie regelen met behulp van het toetsenbord” op
pagina 229 voor meer opties.
Een presentatie via synchrone weergave bekijken
1
Sluit het tweede beeldscherm of de projector aan volgens de instructies die bij het
beeldscherm of de projector en de computer zijn geleverd.
Zie “Tips voor het werken met een extern beeldscherm” op pagina 224 voor
aanbevelingen voor de instellingen.
2
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Beeldschermen'.
3
Kies een resolutie en het aantal kleuren.
Gebruik voor beide schermen dezelfde instellingen.
4
Klik op 'Orden' en schakel het aankruisvak 'Schakel synchrone weergave in' in.
5
Open het Keynote-document en klik op de knop 'Speel af' in de knoppenbalk (of kies
'Speel af' > 'Speel diavoorstelling af').
Klik met de muis of druk op de spatiebalk om naar de volgende dia of objectanimatie
te gaan.
6
Als het beeld tijdens het afspelen schokkerig is, moet de verversingsfrequentie van het
beeldscherm mogelijk worden gewijzigd.
In Keynote worden animaties doorgaans zeer vloeiend weergegeven. Als voor de
twee beeldschermen echter een andere verversingsfrequentie is ingesteld, kan de
presentatie op een van beide schermen schokkerig lijken, omdat Keynote slechts
met de verversingsfrequentie van één beeldscherm tegelijk wordt gesynchroniseerd.
Als u werkt met Keynote op een iBook, PowerBook, MacBook, MacBook Pro of
MacBook Air waarop Mac OS X versie 10.3.9 of hoger is geïnstalleerd, wordt Keynote
gesynchroniseerd met het externe beeldscherm.
De verversingsfrequentie van het beeldscherm wijzigen
1
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Beeldschermen'.
2
Klik op 'Beeldscherm' en kies vervolgens een optie uit het venstermenu
'Verversingsfrequentie'.
Voor de beste animatiekwaliteit gebruikt u de aanbevolen verversingsfrequentie voor
het externe beeldscherm. U vindt deze gegevens waarschijnlijk in de documentatie die
bij het beeldscherm is geleverd. AIs dit niet het geval is, probeert u de verschillende
verversingsfrequenties uit om te kijken welke instelling de beste animatiekwaliteit
oplevert. De meeste lcd-schermen beschikken over een interne verversingsfrequentie
van 60 Hz. CRT-apparaten hebben meestal geen optimale verversingsfrequentie.
Als u een desktopcomputer met twee beeldschermen gebruikt, moet u zelf
achterhalen met welk beeldscherm Keynote wordt gesynchroniseerd.
Tips voor het werken met een extern beeldscherm
U kunt uw Keynote-diavoorstelling afspelen op diverse soorten projectors en externe
beeldschermen.
224
Hoofdstuk 11
Diavoorstellingen bekijken, afdrukken en exporteren
Hoofdstuk 11
Diavoorstellingen bekijken, afdrukken en exporteren
225
Manieren om uw presentatie in de beste videokwaliteit af te spelen:
Als u zowel een DVI-connector als een VGA-connector hebt, sluit u de projector
m
aan op de DVI-connector. DVI-verbindingen leveren over het algemeen de beste
beeldkwaliteit op en zijn eenvoudiger te installeren.
Selecteer
de interne
schermresolutie.
Stel de native schermresolutie in (de grootte van het beeld op het scherm) in het
m
paneel 'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie die bij
het beeldscherm is geleverd voor de juiste gegevens. Voor de meeste projectors is de
aanbevolen schermresolutie 800 x 600 of 1024 x 768. De meeste lcd-beeldschermen
(Liquid-Crystal Display) en DLP-beeldschermen (Digital Light Processing) ondersteunen
verschillende resoluties, maar er is altijd sprake van één voorkeursinstelling.
Om de resolutie van uw computerscherm aan te passen, kiest u Apple-menu >
'Systeemvoorkeuren', klikt u op 'Beeldschermen', klikt u op 'Beeldscherm' en selecteert
u vervolgens de gewenste resolutie in de lijst met resoluties.
Stel de gewenste verversingsfrequentie in (het aantal malen per seconde dat de
m
afbeeldingen op het scherm worden ververst) in het paneel 'Beeldschermen' in
Systeemvoorkeuren. Als u een lcd-scherm, lcd-projector of DLP-projector gebruikt,
stemt u de verversingsfrequentie van uw computer of videokaart af op de optimale
verversingsfrequentie van het beeldscherm of de projector. (Dit is doorgaans alleen
van toepassing als u het lcd- of DLP-scherm via een VGA-verbinding hebt aangesloten.
CRT-apparaten hebben meestal geen optimale verversingsfrequentie.)
Als de kleuren op uw beeldscherm flets lijken wanneer u uw computer op een nieuwe
m
projector aansluit, of als de tekst er rafelig uitziet, moet u het beeldscherm mogelijk
kalibreren. Open ColorSync-hulpprogramma (in de map 'Hulpprogramma's' in de map
'Programma's' op uw harde schijf) om de kleuren op het beeldscherm te kalibreren.
Als u de modus voor twee beeldschermen hebt ingesteld en u wilt Beeldscherm
m
presentator naar het andere scherm schakelen tijdens uw diavoorstelling, drukt u op X
om de schermen te wisselen.