De inhoud van tabelcellen wijzigen
U kunt de inhoud in cellen wijzigen, verwijderen, kopiëren, omwisselen en verplaatsen.
Manieren om waarden te wijzigen:
Om de inhoud van een cel te vervangen, selecteert u de cel en klikt u dubbel op de
m
gegevens die u wilt vervangen. Als u meer gegevens wilt vervangen, houdt u de Shift-
toets ingedrukt terwijl u de overige gegevens selecteert. Typ vervolgens de gewenste
inhoud.
Om de volledige inhoud van een cel te vervangen, selecteert u de cel en begint u met
m
typen.
Als het aankruisvak 'Naar volgende cel met Return-toets' in het infovenster 'Tabel'
is uitgeschakeld, kunt u ook de cel selecteren en vervolgens op de Return- of Enter-
toets drukken. Hiermee selecteert u de volledige inhoud van de cel. Vervolgens kunt u
beginnen met typen.
Om
m
in de huidige inhoud nieuwe gegevens in te voegen, selecteert u de cel, klikt u om
het invoegpunt op de gewenste positie te plaatsen en begint u vervolgens te typen.
Om wijzigingen in een tabelcel ongedaan te maken die u hebt aangebracht sinds u de
m
cel hebt geselecteerd, drukt u op de Esc-toets.
Om de inhoud van tabelcellen, rijen of kolommen te verwijderen, selecteert u de
m
gewenste cellen, rijen of kolommen en drukt u vervolgens op de Delete-toets of kiest
u 'Wijzig' > 'Verwijder'.
Kies 'Wijzig' > 'Wis alles' om de inhoud, de achtergrond en eventuele stijlinstellingen te
verwijderen. De standaardstijl wordt op de selectie toegepast.
Om celwaarden binnen een tabel om te wisselen, selecteert u de gewenste cel of
m
een aantal aangrenzende cellen. Vervolgens sleept u de geselecteerde cellen naar
de doelcellen. De waarden in de selectie en de waarden in de doelcellen worden
omgewisseld.
Om een of meer cellen binnen een tabel, naar een andere tabel of naar het
m
werkgebied te kopiëren, sleept u de geselecteerde cellen terwijl u de Option-toets
ingedrukt houdt. De waarden in de doelcellen worden vervangen, en de waarden in
de broncellen blijven behouden.
U kunt ook cellen kopiëren door deze te selecteren en vervolgens 'Wijzig' > 'Kopieer'
te kiezen. Selecteer vervolgens de gewenste doelcellen en kies 'Wijzig' > 'Plak'.
Om formules en functies aan cellen toe te voegen, raadpleegt u de instructies in het
m
helpsysteem. Kies 'Help' > 'iWork-formules en -functies Help'.
Zie de onderwerpen onder “Instellen hoe waarden in tabelcellen worden
weergegeven” op pagina 194 voor meer informatie over het toepassen van celnotaties.