Inhoud typen in tabelcellen
Voordat u tekst in een cel typt, hoeft u alleen maar de cel te selecteren. Om tekst te
selecteren die al in een cel staat, moet u het invoegpunt binnen de cel plaatsen. In
beide modi kunt u met de pijltoetsen door de tabel navigeren, zodat u snel tekst in
een cel kunt invoeren.
Tips voor het typen in tabelcellen:
Om tekst in te voeren, selecteert u een cel en begint u te typen.
m
Om het invoegpunt in een cel te plaatsen, klikt u eenmaal om de tabel te selecteren,
m
klikt u een tweede keer om de cel te selecteren en klikt u een derde keer om het
invoegpunt in de cel te plaatsen.
Wanneer het invoegpunt in de cel staat, kunt u tekst selecteren door daarover te
slepen; door dubbel te klikken selecteert u een woord en door driemaal te klikken
selecteert u een alinea.
Om een alinea-einde in te voegen, drukt u op de Return-toets terwijl het invoegpunt
m
zich in de cel bevindt.
Om een regeleinde in te voegen, drukt u op Option + Return terwijl het invoegpunt
m
zich in de cel bevindt.
Om een tabteken in een tabel in te voegen, drukt u op Option + Tab terwijl het
m
invoegpunt zich in de cel bevindt.
Om de tekstuitlijning aan te passen, selecteert u een of meer cellen en klikt u op een
m
uitlijnknop in de opmaakbalk om de tekst links of rechts uit te lijnen, te centreren, uit
te vullen, of aan de bovenzijde, in het midden of aan de onderzijde van de cel uit te
lijnen.
Zie “
m
De grootte van een rij of kolom wijzigen” op pagina 177 voor instructies over het
aanpassen van de grootte van tabelcellen aan inhoud die niet past.
Bij tabelcellen die niet groot genoeg zijn om de inhoud te kunnen weergeven, staat
onderin een aanduiding voor bijsnijden.
Aanduiding voor bijsnijden
178
Hoofdstuk 10
Werken met tabellen
Hoofdstuk 10
Werken met tabellen
179
Om het letterbeeld te wijzigen, selecteert u een of meer cellen en klikt u op een
m
tekstopmaakknop in de opmaakbalk.
Hiermee stelt u het lettertype in.
Hiermee stelt u het letterbeeld in.
Hiermee stelt u de lettergrootte in.
Hiermee stelt u de
tekstkleur in.
Om ervoor te zorgen dat wat u in Keynote typt, wordt geïnterpreteerd als nummer,
m
tekst of een ander type waarde, past u een celnotatie op de cellen toe. Zie de
onderwerpen onder “Instellen hoe waarden in tabelcellen worden weergegeven” op
pagina 194.
Opmerking: Tekenreeksen worden genegeerd in functies die gebruikmaken van
getallen voor het uitvoeren van berekeningen.
U kunt niet alleen tekst opmaken via de opmaakbalk, zoals hierboven is beschreven,
maar u kunt ook tekst in tabelcellen op de gebruikelijke wijze opmaken. Zie de
onderwerpen onder “De grootte en vormgeving van tekst bepalen” op pagina 51.
Net als bij andere tekst kunt u binnen tabellen gebruikmaken van functies voor
spellingcontrole en zoeken en vervangen. Zie de onderwerpen onder “Uw dia's
controleren op tekstfouten” op pagina 73.
Zie “De inhoud van tabelcellen wijzigen” op pagina 181 voor meer informatie over het
verplaatsen en wijzigen van tabelcelinhoud.