Werken met getallen in tabelcellen
Sommige tabelbewerkingen, zoals formules en functies voor het uitvoeren van
wiskundige bewerkingen, kunnen alleen worden uitgevoerd als cellen numerieke
waarden bevatten.
Tips om met getallen in tabelcellen te werken:
Gebruik in numerieke cellen alleen getallen (0 tot en met 9) of een van de volgende
m
tekens: plusteken (+), minteken (–), haakje openen of sluiten ( ), schuine streep naar
rechts (/), valutateken (bijvoorbeeld €), procentteken (%), punt (.), hoofdletter E, of
kleine letter e.
Voor getallen kunt u de gewenste celnotatie opgeven, zoals wordt beschreven in
m
“Instellen hoe waarden in tabelcellen worden weergegeven” op pagina 194.
Om een negatieve waarde toe te voegen, plaats u vóór het getal een minteken (-).
m
Wanneer u in Keynote een getal invoert dat te groot is om in een tabelcel te worden
weergegeven, krijgt het getal automatisch een andere numerieke notatie:
Als een decimaal getal niet in een cel past, wordt het getal afgerond.
Â
1,77777777777777777777 wordt bijvoorbeeld 1,77777777777778.
Als een geheel getal niet in een cel past, wordt de wetenschappelijke notatie
Â
gebruikt. 77777777777777777777 wordt bijvoorbeeld 7,777778E+19.
In de wetenschappelijke notatie wordt een getal weergegeven als een aantal malen
een gehele macht van 10. De exponent wordt weergegeven na de letter E.
Als het omgezette getal nog steeds niet in de cel past, wordt het getal afgekapt. Zie
“De grootte van een rij of kolom wijzigen” op pagina 177 voor meer informatie.