Het formaat van een tabel aanpassen
U kunt een tabel groter of kleiner maken door een van de selectiegrepen van de tabel
te slepen of door het infovenster 'Formaat' te gebruiken. U kunt een tabel ook groter
of kleiner maken door het formaat van de rijen of kolommen te wijzigen.
Manieren om het formaat van een geselecteerde tabel te wijzigen:
Sleep een van de vierkante selectiegrepen. (Deze verschijnen wanneer u een tabel
m
selecteert.)
Als u de verhoudingen van de tabel wilt handhaven, houdt u de Shift-toets ingedrukt
terwijl u sleept.
176
Hoofdstuk 10
Werken met tabellen
Hoofdstuk 10
Werken met tabellen
177
Om het formaat van de tabel vanuit het midden te wijzigen, houdt u de Option-toets
ingedrukt terwijl u sleept.
Om het formaat van een tabel in een bepaalde richting te wijzigen, sleept u een
selectiegreep aan een van de zijkanten (dus geen hoekgreep).
Om de grootte van de tabel te wijzigen door de exacte afmetingen op te geven,
m
selecteert u een tabel of tabelcel, klikt u op de knop 'Info' in de knoppenbalk en
vervolgens op de knop 'Formaatinfo'. Geef in de velden voor de grootte een nieuwe
breedte en hoogte op. Om de verhoudingen van de tabel te handhaven, selecteert u
'Handhaaf verhoudingen' voordat u de waarden voor de breedte en hoogte wijzigt.
De grootte van een rij of kolom wijzigen
De eenvoudigste manier om de grootte van rijen en kolommen aan te passen,
is door de randen van de rij of kolom te slepen. U kunt echter ook een of meer
cellen selecteren en via menucommando's dezelfde hoogte of breedte voor de
desbetreffende rijen of kolommen instellen.
Als u precieze afmetingen wilt opgeven voor de rijhoogte of kolombreedte, gebruikt u
het infovenster 'Tabel'.
Als de celinhoud te groot is voor de cel, wordt in de rechterbenedenhoek van de
cel een plusteken (+) binnen een vierkantje weergegeven. Dit is de aanduiding
voor bijsnijden. In het infovenster 'Tabel' kunt u instellen dat de grootte van cellen
automatisch moet worden aangepast aan de celinhoud.
Manieren om de grootte van afzonderlijke rijen of kolommen aan te passen:
Om de grootte van één rij te wijzigen, sleept u de onderrand van de rij omhoog of
m
omlaag.
Om de grootte van één kolom te wijzigen, sleept u de kolomrand naar links of rechts.
m
Manieren om dezelfde rijhoogte of kolombreedte in te stellen:
Om alle rijen even groot te maken, selecteert u de tabel en kiest u 'Opmaak' > 'Tabel' >
m
'Verdeel rijen gelijkmatig'.
Om een aantal rijen even groot te maken, selecteert u een of meer cellen in de
m
gewenste rijen en kiest u 'Tabel' > 'Verdeel rijen gelijkmatig'. De rijen hoeven niet
aangrenzend te zijn.
Om alle kolommen even groot te maken, kiest u 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Verdeel
m
kolommen gelijkmatig'.
Om een aantal kolommen even groot te maken, selecteert u een of meer cellen
m
in de gewenste kolommen en kiest u 'Tabel' > 'Verdeel kolommen gelijkmatig'. De
kolommen hoeven niet aangrenzend te zijn.
Afmetingen opgeven voor de rijhoogte of kolombreedte
1
Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik op de knop 'Tabelinfo'.
2
Klik in het infovenster 'Tabel' op 'Tabel'.
3
Geef de gewenste waarden op in de velden 'Kolombreedte' en 'Rijhoogte'.
Grootte van cellen automatisch aanpassen aan de celinhoud
Selecteer 'Pas grootte automatisch aan inhoud aan' in het infovenster 'Tabel'.
m
Hiermee wordt de grootte van alle tabelcellen aangepast aan de inhoud van die cellen.