Koptekstrijen of koptekstkolommen aan een tabel toevoegen
Met koptekstrijen en -kolommen kunt u rijen en kolommen labelen. Koptekstrijen
en -kolommen hebben een andere opmaak dan de overige rijen en kolommen in
de tabel, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn. Koptekstrijen worden gevormd door de
bovenste cellen van elke kolom. Koptekstkolommen worden gevormd door de meest
linkse cellen van elke rij.
U kunt maximaal vijf koptekstrijen en vijf koptekstkolommen gebruiken. Meerdere
kopteksten zijn handig als u namen aan twee of meer koptekstkolommen of
koptekstrijen wilt toewijzen. Om een koptekst zo op te maken dat deze meerdere
rijen of kolommen omspant, voegt u de koptekstcellen samen, zoals beschreven in
“Tabelcellen samenvoegen” op pagina 185.
Als een tabel zowel koptekstrijen als koptekstkolommen heeft, behoren de cel of
cellen linksboven tot de koptekstrij. Koptekstkolommen worden onder eventuele
koptekstrijen weergegeven.
Om koptekstrijen of -kolommen toe te voegen, selecteert u eerst een tabel.
Manieren om koptekstrijen of -kolommen toe te voegen:
Selecteer het gewenste aantal kopteksten uit de venstermenu's voor koptekstrijen en
m
kolommen in de opmaakbalk.
Kies 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Koptekstrijen' of 'Koptekstkolommen' >
m
n (het aantal
koptekstrijen of koptekstkolommen) uit het submenu.
Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk, klik op de knop 'Tabelinfo' en klik vervolgens
m
op 'Tabel'. Kies het aantal koptekstrijen of -kolommen uit het venstermenu 'Kop-/
voetteksten'.
Verwijder koptekstrijen en -kolommen op de manier waarop u normaal gesproken
rijen of kolommen verwijdert. Zie “Een rij of kolom verwijderen” op pagina 176 voor
meer informatie.
Cellen met koptekst spelen een belangrijke rol bij het aanmaken en leesbaar maken
van formules in tabelcellen. Raadpleeg de iWork-gebruikershandleiding voor formules en
functies of het helpsysteem (kies 'Help' > 'iWork-formules en -functies Help') voor meer
informatie over de functies en formules in iWork en het gebruik daarvan.